

De leerlingen die doof of slechthorend zijn, zitten bij ons op school in aparte klassen.
De didactiek bij die leerlingen wordt aangepast door te werken in kleine groepjes van ongeveer 8 leerlingen.
Voor een aantal vakken worden methodes (of delen van methodes) van het gewoon onderwijs gebruikt, voor andere vakken worden methodes gehanteerd die speciaal ontwikkeld zijn voor dove of slechthorende kinderen.
Bepaalde leerlingen krijgen een functioneel aanbod waarbij de klemtoon nog meer ligt op de zelfredzaamheid en het functioneren in de maatschappij.
Voor elk kind van deze afdeling staat VGT op het lessenrooster. Ook dovencultuur-identiteit behoort tot het curriculum. We beogen de kinderen een soort van intern kompas te leren ontdekken waarbij ze, op moeilijke momenten in hun verdere leven, zichzelf kunnen terugvinden en oplossingsgericht opnieuw het noorden kunnen vinden. De voertaal in de klas kan Nederlands zijn, Nederlands ondersteund met gebaren of VGT.
We hebben een beleid waar we soepel gaan bekijken welke voertaal voor welk kind het beste is op welk moment. De noden van het kind en de inhoud die de leerkracht wil overbrengen zijn doorslaggevend voor de keuze van de voertaal. In de VGT-les wordt VGT gebruikt.
Bovenstaande wordt systematisch bijgestuurd in overleg met het lerarenkorps, de teamleden en de ouders.